Toen ik nog jong was (of nouja, jonger), toen voelde ik in de les de onbedwingbare behoefte om in de klas boerderijgeluiden te maken zodra de leraar zich naar het bord keerde. En vele klasgenoten met mij. Ik kan in alle eerlijkheid zeggen dat ik een goede imitatie doe van een kip, varken en  koe; alleen aan mijn gehinnik moet nog gewerkt worden. Dit kinderachtige gedrag vindt tegenwoordig nog steeds van tijd tot tijd een uitweg wanneer we het spel Koehandel spelen. Dit zorgt ervoor zorgt dat Koehandel bij mijn vrienden niet de populariteit geniet die het verdient. En dat terwijl het zo’n leuk spel is!

Tijd om dit recht te zetten!

Koehandel is ogenschijnlijk ongelofelijk simpel. Er verschijnt een dier op de veiling die een bepaald aantal punten vertegenwoordigt en die verkocht wordt aan de hoogste bieder. Om de beurt neem je de rol aan van koper of veilingmeester. Als koper hoop je zo goedkoop mogelijk dieren weg te kopen, terwijl je als veilingmeester graag de prijs opdrijft. Vind je dat er niet genoeg geboden is, dan kan je als veilingmeester altijd het dier zelf kopen voor het geboden bedrag.

Simpel toch? Zo lijkt het tenminste. Ik heb al heel vaak Koehandel gespeeld en het leuke is dat ik er nog steeds niet uit ben welke tactiek nu het beste werkt. Moet geld altijd rollen, of kun je beter geld achterhouden wanneer de dieren langskomen die het meeste punten opleveren? Het is dit intuïtief vernuft dat Koehandel zo’n slim spelletje maakt. Telkens zoek je de grens op om toch net ergens winst op te behalen, ga je die grens over, dan maak je dus verlies. Door tegen elkaar op te bieden, kun je de ander steeds naar die grens toe drukken en hem of haar voor die keuze zetten.

De kip en de koe

De kip is 10 punten en de koe 800. Logischerwijs zou je dus meer bieden op de koe dan de kip, je zou zelfs de kip in zijn geheel links kunnen laten liggen. Maar zo simpel werkt het (gelukkig) niet. Voor elk setje dieren dat je krijgt (je krijgt de punten pas wanneer je alle kippen of koeien hebt) krijg je een multiplier op je punten. Dus dieren die weinig opleveren an sich, kunnen toch je eindscore flink vooruit helpen. Een voorbeeld:

Jan heeft aan het einde van het spel vier paarden die 1000 punten waard zijn. Hij eindigt dus op 1000 punten.

Anne heeft aan het einde van het spel vier kippen van 10 punten, vier honden van 160 punten en vier geiten van 350 punten. Bij elkaar opgeteld is dit 520 punten. Maar omdat Anne drie setjes compleet heeft mag ze die punten met drie vermenigvuldigen en eindigt ze dus op 1560 punten!

Koehandel is voor alle leeftijden

Koehandel krijg je snel onder de knie en is leuk voor zowel kinderen als volwassenen. Een spelletje duurt ongeveer dertig minuten en verveelt geen moment omdat iedereen  eigenlijk constant aan de beurt is. De prijs is ook niet verkeerd; € 9,95! Koehandel is dan ook een van onze favoriete spellen onder 10 euro. Dat sommige mensen het niet kunnen nalaten boerderij geluiden te maken, ach dat is het ’t spel wel waard:)